Huwelijksproblemen hebben zich sedert het ontstaan van het huwelijk voorgedaan. Waren er regels om een huwelijk aan te gaan, er waren ook regels om een huwelijk te ontbinden.l) In de vóórchristelijke periode onderhandelde de aanstaande bruidegom met de vader of de voogd over de prijs van de bruid; bij het huwelijk vond de overdracht van het mundium plaats. Vóór het huwelijk had de vader, en na het huwelijk de man, het absolute beschikkingsrecht over de vrouw en kinderen. Hij die het mundium bezat kon de vrouw verstoten, haar in slavernij verkopen, en bijv. bij overspel de vrouw zelfs doden. Was de vrouw oorspronkelijk rechteloos, in de Frankische tijd kwam hierin verandering o.i.v. de R.K. kerk. Een van de eerste veranderingen was, dat de vrouw moest instemmen met het huwelijk. Verder werd door de vader een deel van de koopsom die de bruidegom betaalde, aan zijn dochter gegeven. Later gaf de vader zijn dochter de bruidsschat mee en kreeg hij slechts een "arrha": een penning of een ring. Deze ring werd de latere verlovingsring en werd aan de bruid geschonken. Weliswaar bezat de man nog steeds het recht het huwelijk eenzijdig te onbinden, maar de vrouw verkreeg dat recht eveneens, terwijl het huwelijk bij onderlinge overeenkomst beëindigd kon worden. Men moest echter wel gegronde redenen hebben om tot echtscheiding over te kunnen gaan. Na de Frankische periode werd het huwelijk onderworpen aan het kanonieke recht. De R.K. kerk beschouwde het huwelijk als een sacrament en wist via de wereldlijke overheid haar opvattingen ten uitvoer te brengen. O.m. werd de graad van bloedverwantschap bepaald, waarbinnen het trouwen niet geoorloofd was; man en vrouw wisselden trouwbeloften uit die bindend waren. Deze konden alleen na de "sponsalia de futuro"2) nietig verklaard worden bij openbaring van een ernstige ziekte of indien een der partners tot ongeloof verviel, d.w.z. de R.K. kerk verliet. Voorts moesten de huwelijksafkondigingen op drie verschillende dagen plaats hebben -sedert 1215 verplicht- opdat mogelijke bezwaren tegen het voorgenomen huwelijk te berde gebracht konden worden. Ook werd de huwbare leeftijd vastgesteld: het meisje moest minimaal 12 jaar oud zijn, de jongen 14 jaar. De leeftijdsgrenzen werden onder Karel V (1544) opgetrokken tot resp. 20 en 25 jaar. De huwelijksband werd onontbindbaar! Tijdens het Concilie van Trente (1545-1563) werd bepaald dat het niet naleven van de kerkelijke bepalingen tot gevolg had dat het huwelijk nietig verklaard werd. Verder werd toen bepaald dat het huwelijk gesloten moest worden voor een priester en twee getuigen. De bepalingen van het Concilie van Trente werden afgekondigd tijdens het begin van de opstand in de Nederlanden en hebben in deze gebieden nooit kracht van wet verkregen, zij het, dat met de gereformeerde religie als "alleenheersende kerk" deze wetgeving, weliswaar in gewijzigde vorm, | 151 |
werd overgenomen.3,4) Echtscheiding werd nu mogelijk naast de reeds bestaande scheiding van tafel en bed. Echtscheiding en scheiding van tafel en bed was nu, evenals het aangaan van een huwelijk, een zaak van de magistraat. Een van de gronden voor echtscheiding was "kwaadwillige verlating". Dit begrip was echter voor de magistraat moeilijk te hanteren. Ook langdurige verlating kon een rol spelen: mensen die bijv. voor de V.O.C. of de W.I.C. naar overzee vertrokken, langdurige gevangenschap, etc. De opvatting over de periode van afwezigheid om als echtscheidíngsgrund te kinnen gebruiken verschilde van streek tot streek. In Holland was dat oorspronkelijk 5 jaar, maar liep op tot 10 jaar aan het einde van de 18e eeuw; in Gelderland 7 jaar en in Zeeland hield men 5 jaar aan. Aangezien echtscheiding een zaak van de magistraat was kan men vonissen alleen in het schepenprotocol terugvinden, zij het dat dit een moeilijke zaak is.5) Ter andersteuning van de echtscheidingsprocedure worden voor de notarissen in een aantal gevallen verklaringen afgelegd, terwijl uit een aantal notariële akten het bestaan van een echtscheiding of het bestaan van een huwelijksprobleem gekonstateerd kan worden. Jan Aertsen passeert in mei 1621 een testament. Hij is kleermaker en eerder weduwnaar van Lijske dochter van Frans Broenen. Zijn huisvrouw Ercken Artssen heeft hem verlaten en heeft zich naar Holland begeven6). Jacob Gerrits de Bie en Marijke dochter van Jan Peters, zijn derde huisvrouw, verzoenen zich op 16 juni 1637.7) Op 8 oktober 1639 wordt de akte van separatie gepasseerd tussen Jean Blessiers, bakker, en zijn vrouw Magdalaine Herschap.8) Geraert Joris Keijck, spellemaker9), en Catharina Meulmans, j.d., beiden te 's-Hertogenbosch, hebben trouwbeloften uitgewisseld, Maar omdak er grote verschillen tussen hen ontstaan zijn, ontslaan ze elkander wederzijds van deze trouwbeloften.10) Op 20 november 1679 wordt een verklaring afgelegd op verzoek van Anneke Baltus, dat zij zich wegens "quaat tractement" van wijlen haar man, Willem Jenkins, gewezen sergeant in de compagnie van kapitein Peijton, circa 11 jaar geleden, gedurende enige tijd verwijderd heeft. Later heeft zij hem gevraagd weer samen met haar verder te gaan, hetgeen hij geweigerd heeft. Op 24 november 1670 verklaart Iken Reijman weduwe van Willem Borel, chirurgijn te 's-Hertogenbosch, op verzoek van Anneken eerdergenoemd, dat Willem Jenkins circa 18 jaar geleden in garnizoen te 's-Hertogenbosch gelegen heeft, vóór hij naar Maastricht vertrok. Hij heeft zijn vrouw mishandeld en haar honger laten lijden11,12). Op 17 november 1673 passeert Francina Humbertus, vroedvrouw te 's-Hertogenbosch haar testament. Zij verklaart dat haar man, Cornelis van Groeningen, haar moedwillig verlaten heeft. Hij leeft nu als een vagebond13) Op verzoek van Jan Stoffels van Calthuijsen wordt verklaard dat zijn schoonmoeder en vrouw, resp. Elisabeth Aertsen en Anneke Herberts Crol, steeds onenigheden hebben weten te creëren, die door haar "kwalijk huishouden" veroorzaakt zijn. Behalve met haar echtgenoot had de vrouw ook regelmatig ruzie met de buren. Verder wisselde zij regelmatig van godsdienst; dan was ze weer R.K., en enige tijd later weer gereformeerd.14) Op 4 juni 1685 verklaren Hendrick Crijnen van Houthem en Cornelis Hendrick van Langenhoven, te Berlicum, dat zij gezien en gehoord hebben, dat Hendrick Jan Leendert Glaudemans op 30 mei j.1. door zijn vrouw Margriet Jan Martens uitgescholden werd, o.m. met "gezijt een grijze duivel" en nog meer fraais. Zij smeet hem bovendien een glas bier in zijn gezicht.15) Adriaan Andriessen en Henderske Jansen Splinters, eerst weduwe van Joost van Dulleken, zijn uit elkaar gegaan. Adriaan wordt door schepenen van Den Bosch | 152 |
verplicht zijn vrouw tien stuivers te geven bij vonnis van 21 juni 1689. Adriaan heeft een week later nog niet betaald. Op 5 september 1690 verklaart Henderske dat zij enige goederen en 20 guldens ontvangen heeft.16) Ten verzoeke van Robbert van Walcheren, handschoenmaker te 's-Hertogenbosch, wordt op 4 mei 1696 een verklaring afgelegd dat zijn huisvrouw Mechelina van Arnhem niet geschikt was om zijn winkel te drijven; bovendien kon zij ook het huishouden niet doen. Anneke Bolcks, huisvrouw van Hendrick Anthonij, soldaat in de compagnie van Overst-luitenant Ripperda, legt op 10 juni 1696 een verklaring af. Zij verklaart dat toen zij inwoonde bij Pieter van Bergen, Mechelina van Arnhem -nu in een scheidingsproces verwikkeld met Robbert van Walcheren- meermalen gezegd heeft dat zij wel wenste dat zij terug was bij haar man. Anneke heeft ook regelmatig boodschappen van Mechelina overgebracht naar Robbert. Op 22 juli 1697 verklaart Allegonda Marten Boogaarts, weduwe van Jan van Esmendt te Oirschot, ten verzoeke van Robbert van Walcheren dat bij haar bezoek een week geleden aan het huis van Pieter van Bergen, Mechelina van Arnhem verklaard heeft terug te willen naar haar man. Op 8 augustus 1697 verklaart Maria de Lange, weduwe van Jan Siggermans, ten verzoeke van Robbert van Walcheren, dat Jenne Marie Everts, geboortig van Leerdam, niet bezwangerd is door Van Walcheren voorsz., maar door kapitein Belleville, met wie zij wel drie keer op een dag "vleselijke conversatie" had.17,18,19,20) Pieter van Deurssen, Mr. kleermaker, en Huijbert Noijwel, beiden te 's-Hertogenbosch, verklaren op 13 oktober 1696 dat Johan van Gogh in april 1696 met bebloed hoofd uit zijn huis aan de Weversplaats was gekomen, welke verwondingen veroorzaakt waren door zijn vrouw. Wegens haar "quaad comportement" waren in de buurt herhaalde malen de ruiten ingegooid. Haar dochter, Johanna Gogh, 15 jaar oud, verklaarde dat Hendrick Lintsmits, sergeant in de Lijfcompagnie Lunenborgh, bijna alle nachten bij haar moeder op bed gelegen heeft.22) Carolus du Messij, machtigt op 16 november 1697 Mr. George van Neerven te 's-Hertogenbosch, om te procederen tegen zijn vrouw, met wie hij in een echtscheidingsprocedure verwikkeld is.23) Op 4 maart 1699 loopt een echtscheidingsproces tussen Johan Staessen en Maria Dammius, te 's-Hertogenbosch.24) Jean Requier, wollewever te 's-Hertogenbosch, en Catharina Deltour zijn uit elkaar gegaan. Op 21 maart 1706 wordt bepaald dat de vrouw wekelijks twee schellingen Hollands zal ontvangen.25) Op 17 januari 1708 dat er tussen Robbert Jackson, gewezen kapitein ten dienste van Z.M. de Koning van Groot-Brittannië, en Catharina van der Elst, zijn huisvrouw, grote meningsverschillen bestaan.26) Op 23 januari 1708 verklaren Samuel Keuchenius, Med. Doctor, Hendrik Cuijpers, koopman, en Helena Keuchenius, weduwe van Florentinus van der Horst, op verzoek van Adriana Wording, weduwe van Willem Souvee, dat Adriana en Willem circa 15 jaar geleden getrouwd zijn. Het huwelijk heeft twee jaar stand gehouden, gedurende welke periode Willem het vermogen van zijn vrouw opgemaakt heeft. Hij heeft haar daarna kwaadwillig verlaten en is naar Oost-Indië vertrokken. De weduwe bezit niets meer en kan ook haar huishuur niet betalen.27) Op 28 januari 1708 is een verklaring opgenomen over ernstige mishandeling van de huisvrouw van Willem van Steijn, door haar echtgenoot in de week vóór de Bossche kermis. Willem had haar met een roskam toegetakeld en haar daarna, spaarzaam bekleed, het huis uitgejaagd.28,29) Allegonda van de Voort verklaart op verzoek van Nicolaas Pardijck op 26 maart 1709, dat toen zij een jaar geleden bij hem woonde, zij vaak gehoord heeft dat zijn huisvrouw Maria Donckers, haar man zonder redenen uitschold.30) Op dezelfde datum verklaart Maria Daverveldt, 50 jaar oud, thans te Ravensteijn, ten verzoeke van Nicolaas Pardijck, dat diens vrouw, Maria Donckers, geklaagd heeft | 153 |
ten tijde dat Maria Daverveldt ten huize van Nicolaas Pardijck logeerde, dat haar eerste man in vier jaar tijds wel 9.000 à 10.000 gulden aan herbergbezoek besteed had en dat haar dochter Johanna haar regelmatig hard viel om geld, en dat zij haar meer heeft gegeven dan met haar deel overeenkomt. Op 14 mei 1709 wordt op verzoek van Nicolaas Pardijck een verklaring afgegeven, dat zijn vrouw enkele dagen na vastenavond, regelmatig ochtend, middag en avond verbleef ten huize van Godefridus van Amelsfoort en zijn huisvrouw Johanna van den Endepoel. De verklarenden wisten niet beter of zij woonde daar. Catharina Bussers, 28 jaar oud, huisvrouw van Hermanus Pola, verklaart op 3 april 1710 dat zij van mei tot november 1708 dienstbode is geweest bij Nicolaas Pardijck. Zij heeft hem gekend als een eerlijk man die zich ook ten opzichte van zijn huisvrouw, Maria Donckers, fatsoenlijk gedragen heeft. Johan Desmenschen, Mr. Schrijnwerker, en Joost Sippenvelt verklaren op 4 april 1710 dat Maria Donckers, huisvrouw van Quirinus van den Endenpoel, op een zondag toen Johan Desmenschen bij zijn moeder op de hoek van de Coornstraat en de Kruijsstraat voor de deur stond, gezien heeft dat zijn vrouw en dochter Johanna hem belet hebben zijn huis binnen te gaan. Joost heeft als arbeider bij Quirinus en Maria gewerkt en heeft gezien dat moeder en dochter Quirinus bij zijn haren pakten, hem in de keuken smeten en er op los sloegen. Maria Colen, weduwe van Willem van Woerkom, verklaarde op 9 april 1710 dat Maria Donckers, circa 5 maanden voordat zij haar man verliet, verklaarde -zij kwam toen garen en band kopen- dat zij geen betere man kon hebben. Catharina Brant, huisvrouw van Anthonij van Waalwijck verklaarde dat zij gezien heeft dat Maria Donckers haar man Quirinus van den Endenpoel een brandende kaars in het gezicht smeet. Margaretha, dochter van Catharina en Anthonij voorsz. verklaarde dat Maria Donckers een merkwaardige vrouw was; ook tegen Nicolaas Pardijck placht Maria te schelden. Op 10 april 1710 verklaart Francois van Rotterdam met meerdere anderen, dat Quirinus van den Endenpoel een vroom man was. Hij werd regelmatig door zijn vrouw uitgescholden. Op 9 mei 1710 verklaarde Johan Brants, Ned. Geref. predikant, dat hij meer dan 25 maal gezien had, dat Maria Donckers haar man Quirinus bij de haren greep en -al dan niet met haar dochter Johanna- er op los sloeg. Tenslotte machtigt Nicolaas Pardijck op 19 september 1711 P. Vermeer, procureur voor de Raad van Brabant te 's-Gravenhage, om een proces aan te spannen tegen zijn huisvrouw Maria Donckers, weduwe van Quirinus van den Endenpoel.31,32,33,34,35,36,37,38) Op 7 november 1709 verklaart Maria Verhaegen, gewezen dienstbode van Maria Donckers en Nicolaas Pardijck, 25 jaar oud, op verzoek van Maria Donckers, dat Maria Donckers vaak uitgescholden en mishandeld is door haar man.39) Op 5 december 1709 machtigt Maria Donckers, huisvrouw van Micolaas Pardijck, de advocaat Johan Boon om het proces dat haar man Nicolaas Pardijck tegen haar aangespannen heeft, voor haar te voeren.40) Op 24 februari 1723 machtigt Maria Donckers, gesepareerde huisvrouw van Nicolaas Pardijck, Godefridus van Amelsfoort, koopman te 's-Hertogenbosch, om een obligatie van de stad Alkmaar te verkopen.41) Cornelia Hendrick van Cling, 18 jaar oud, -thans dienstmaagd bij de kapitein Geweldiger- verklaart op 16 augustus 1709 ten verzoeke van Lambertus van Emmerik, craankind, dat toen zij woonde bij Lambertus voorsz., naast de heer van der Helst, zij gezien heeft op een morgen dat Lambert naar Oss vertrokken was, dat Peter Coese met Maria Gaulier, de vrouw van Lambert voorsz. op hun bed is gaan liggen. Dit werd herhaald op een middag dat Lambert naar Vught was vertrokken. In dat laatste geval heeft Cornelia de deur op slot moeten doen.42) Pieter Tibout te 's-Hertogenbosch, protesteert tegen het vonnis van scheiding van tafel en bed dat schepenen van 's-Hertogenbosch op 27 december 1710 hebben uitgesproken voor zijn huisvrouw Maria van Herle en tot zijn nadeel. Op 13 januari 1711 gaat hij in beroep bij de Raad van Brabant te 's-Gravenhage.43) Jan Cours, craankind te 's-Hertogenbosch, en Aaltje Envering, te Delden, hebben trouwbeloften gewisseld. Jan heeft bij Aaltje f 160,== en wat kleding in bewaring gegeven. Op 8 oktober 1714 ontslaan zij elkaar van de trouwbeloften. Aaltje mag de f 160,== behouden, krijgt nog een mantel, en betaalt hem vier | 154 |
zilveren ducatons en geeft hem zijn kleding terug.44) Johannes Licx, 50 jaar oud, en Thomas Gasse, 55 jaar, beiden te 's-Hertogenbosch, verklaren op 29 mei 1715 op verzoek van Deliana Deckers, huisvrouw van Adriaan den Ouden, Meester bakker en burger van 's-Hertogenbosch, dat Deliana regelmatig geslagen en mishandeld werd door haar man. Bovendien hebben ze waargenomen dat Adriaan voorsz. regelmatig op bezoek kwam in het huis van Siliken Punten. Deze vrouw woont nu buiten de stad 's-Hertogenbosch, maar woonde enige tijd geleden in het huis De Zwarte Osch op de hoek van de Kleine - en de Grote Tolburghstraat.45) Jenneke Brouwers, weduwe van Johan Vercuijlen en nu gesepareerde huisvrouw van Reijnier van Roosmalen, herroept op 9 januari 1719 haar testament gepasseerd op 1 mei 1717.46) Jenneke Brouwers machtigt op 17 januari 1719 Hendrik Muller, procureur voor de Raad van Brabant, om proces te voeren tegen Reijnier van Roosmalen.47) Gijsbert Rogier van Boxmeer en Gertrudis dochter van Willem van Hulst, waren overeengekomen om te gaan trouwen. Door een geschil is dat trouwen niet doorgegaan. Zij ontslaan op 13 maart 1719 elkaar van de gewisselde trouwbeloften.48) Johanna de Moij, 30 jaar oud, te 's-Hertogenbosch, verklaart op 17 februari 1721 ten verzoeke van Johanna van Soesbergen, huisvrouw van luitenant Johan Hogenheijm, mede te 's-Hertogenbosch, dat in de tijd dat zij dienstbode bij dit echtpaar was, Johanna van Soesbergen regelmatig door haar man uitgescholden en mishandeld werd. Bovendien is Johanna de Moij met haar mevrouw dagenlang buiten gesloten geweest. Luitenant Hogenheijm heeft hun beider bezittingen doorzocht en daaruit geld weggenomen.49) Johanna van Kessel, geboren te Dinther, 22 jaar oud, dienstmaagd bij Johan van der Laagen en Anna Micheletta van Emmerick, thans te Bokhoven, verklaart op 4 maart 1724 op verzoek van Anna Micheletta dat zij sedert mei 1722 bij hen woont; Johan van der Laagen raasde en schold tegen zijn vrouw zonder redenen, en dreigde haar te slaan.50) Anna Micheletta van Emmerick, gesepareerde huisvrouw van Johan van der Laagen, te 's-Hertogenbosch, machtigt op 30 juni 1725 Gielis Kerckhoff, klerk te 's-Hertogenbosch, om haar moeder Maria van Engelen, weduwe van Andries van Emmerick, koopvrouw te 's-Hertogenbosch, het vruchtgebruik van een rente van 32 gulden uit een kapitaal van f 800,== over te doen.51) Sara Theunisse, gesepareerde huisvrouw van Thomas Gerbrandt, te 's-Hertogenbosch, verhuurt op 29 oktober 1725 haar huis onder de Corte Camers op de Markt aldaar, aan Alexander Parant voor drie jaren tegen f 100,== per jaar.52,53) Tussen Jacobus Beukens, Mr. schoenmaker, en Catharina Poirters, te 's-Hertogenbosch, zijn moeilijkheden ontstaan omdat Catharina en haar inwonende schoonmoeder elkaar niet konden verdragen. Catharina is weggelopen. Op 26 februari 1733 heeft Jacobus afstand gedaan van zijn maritale macht. Jacobus en Catharina gaan op 14 juli 1733 een akkoord aan waarbij Catharina aan Jacobus de maritale macht, d.w.z. de macht over haar goederen, teruggeeft. Voorwaarde is wel dat haar schoonmoeder, de weduwe van Dirk Beukens, binnen een week het huis verlaat op straffe van annulatie van de overeenkomst.54,55) Helena Reuvers legt op 18 april 1733 ten verzoeke van Elisabeth Wilhelmina van Midlum, echtgenote van Mr. Christiaan Paulus van Beresteijn, een verklaring af. Helena was dienstmeid bij Van Beresteijn. Hij zou tegen zijn vrouw gezegd hebben: "Als je niet zorgt dat 'Geertruij' terugkomt, breek ik je armen en benen". Ook Henricus Overschijd, gewezen koetsier van Mr. Christiaan Paulus van Beresteijn, legt op 23 april 1733 een verklaring af ten verzoeke van Elisabeth Wilhelmina van Midlum. Hij heeft opdracht gekregen om 'Geertruij' te zoeken, maar is daarin niet geslaagd. Helena lukt dit wel en brengt 'Geertruij' mee terug. Hierna geeft Van Beresteijn zijn dienstmaagd opdracht om te verklaren dat de bedreiging van zijn vrouw gelogen is. Helena Reuvers weigert dit en neemt onmiddellijk ontslag, samen met de koetsier.56,57) | 155 |
Gerard van Midlum, Ned. Geref. predikant te 's-Hertogenbosch, door schepenen aangestelde curator van Elisabeth Wilhelmina van Midlum, echtgenote van Christiaan Paulus van Beresteijn, machtigt Pieter Hoijer, procureur voor de Raad van Brabant, om namens Elisabeth proces te voeren tegen Van Beresteijn.58) Voorts verklaart Justus Eckehard Raid op 11 februari 1745 dat hij gezien heeft dat, op kasteel Maurick, ontkleed op bed lagen Christiaan Paulus van Beresetijn en Elisabeth Jolij. Nadat ze gewekt waren is de man opgestaan en heeft zich aan laten kleden; Elisabeth, die reeds enige tijd op kasteel Maurick verbleef, is in bed gebleven.59,60) Gerard Piper, oud-schepen van 's-Hertogenbosch, en zijn huisvrouw Johanna Beens sluiten een compromis in een geschil wegens het roddelen van de vrouw. Op 10 februari 1743 blijkt dat ze gescheiden zijn.61,62,63) Op 24 oktober 1747 passeert Valentijn Kien, gegageerd sergeant, weduwnaar van Maria Marcq en gescheiden echtgenoot van Deliana Hannincx, zijn testament. De echtscheiding heeft plaatsgevonden op 30 maart 1745.64,65) Op 21 juli 1756 wordt de boedel van de gescheiden echtgenoten Everardus Horenbeek en Helena Maria van Engelen krachtens veroordeling door schepenen op 22 februari 1756 verkocht. De opbrengst bedraagt f. 534-18-00.66) Acte van separatie tussen Jan Klaver en Catharina Wilken, gepasseerd te 's-Hertogenbosch op 27 juli 1771.67) Bernardus Craeijvelt en Juliana Elisabeth Kerckhoven passeren op 25 januari 1773 een acte van scheiding tussen tafel en bed.68,69) Op 1 maart 1773 wordt te 's-Hertogenbosch de acte van separatie tussen tafe1 en bed van Mr. Gijsbert de Jong, Heer van Beek en Donk, en Anna Christina Hogerwerff gepasseerd.70,71) Te 's-Hertogenbosch wordt de acte van separatie tussen Cornelis Martini en Sara Anthonia Vos gepasseerd op 20 januari 1774.72,73) Jacob Ophoff en Elisabeth van Sas passeren op 30 juli 1774 hun acte van scheiding tussen tafel en bed.74,75) Op 12 december 1776 wordt de acte van .scheiding tussen tafel en bed van Casper Weitli en Susanna Pleuger te 's-Hertogenbosch gepasseerd.76,77) Op 4 juni 1779 wordt de acte van separatie tussen tafel en bed van Joseph Berswiel en Anna Maria Guillet gepasseerd. Anna voorsz. machtigt op 17 maart 1780 Nicolaas Pels, schrijnwerker te 's-Hertogenbosch, om haar zaken te behartigen. De echtscheidingsprocedure tussen Joseph Berswiel en Anna Maria Guillet wordt te s-Hertogenbosch op 3 april 1782 gepasseerd.78,79,80,8l) Te 's-Hertogenbosch wordt de acte van scheiding tussen tafel en bed van Corneli van Schulpheuvel en Johanna van Pinxteren gepasseerd op 4 november 1784.82,83) Acte van separatie tussen Frederick de Goeij, koopman, en Johanna Maria Marsman wordt op 24 juli 1786 gepasseerd.84,85) Gijsbertus Karsman en Wilhelmina Allegonda Sloots besluiten uit elkaar te gaan op 30 september 1786 wegens "domestique moeilijkheden1".86,87) Te 's-Hertogenbosch wordt op 14 januari 1792 de acte van scheiding gepasseerd tussen Jan Pieters en Allegonda Tielen.88,89) Johan Johan Knaust, gegageerd trompetter in het regiment cavallerie Hessen-Philipsthal, en Helena Best, te 's-Hertogenbosch, passeren hun acte van echtscheiding op 3 april 1794.90) Op 27 januari 1794 wordt te 's-Hertogenbosch de acte van scheiding gepasseerd tussen Carel du Moulin, Luitenant-kolonel bij de Armee der Verenigde Nederlanden, en Hermina Arendina Gousset.91) | 156 |
Acte van separatie tussen Gerardus Beijen en Magdalena van Kroon wordt op 24 januari 1798 te 's-Hertogenbosch gepasseerd.92,93) Op 6 april 1800 wordt de acte van echtscheiding tussen Petrus van der Steen en Catharina van Dale gepasseerd.94,95) De acte van separatie tussen Dominicus Conradi en Anna Maria Pieck wordt op 2 juli 1800 te 's-Hertogenbosch gepasseerd.96,97) Op 11 juli 1803 wordt te 's-Hertogenbosch de acte van separatie gepasseerd tussen Bernardus Soerewijn en Anna Rijthaar.98,99) Acte van separatie, gepasseerd te 's-Hertogenbosch op 29 december 1803 tussen Johannes Crol, commies der Convoijen en Licenten, eerder weduwnaar van Elisabeth Croes en Catharina Calval, eerder weduwe van Gerrit Rijland.100,101) Leonardus Cornelis de Gallieris en Anna Catharina Hansen stellen de voorwaarden op voor een echtscheiding op 10 februari 1804. Op dezelfde dag wordt het contract van separatie tussen Leonardus Cornelis de Gallieris, te Oisterwijk, en Anna Catharina Hansen opgesteld, waarna Anna Catharina Hansen, gescheiden huisvrouw van Leonardus Cornelis de Gallieris, de secretaris te 's-Hertogenbosch, Gregorius Koppelaar, machtigt om de liquidatierekening die notaris P.H. van Fenema zal opstellen, te kontroleren en betwisten. De memorie van ontvangst en uitgaaf, opgesteld door P.H. van Fenema, wordt op 8 juli 1804 geaccepteerd door Leonardus Cornelis de Gallieris.l02,103,104) Floris Pieter Tiers, te Haarlem, en Elisabeth Catharina Trioen passeren te 's-Hertogenbosch op 8 juni 1804 hun acte van echtscheiding.105) Cornelis Hopmans, te ' s-Hertogenbosch, en Anna van Brandenburg passeren op 28 januari 1806 hun acte van echtscheiding. De vrouw woont al sedert enige tijd bij haar ouders te Schiedam.106,107) Op 7 mei 1806 wordt de acte van separatie gepasseerd tussen Christianus Liesens en Maria Dumoulin, eerder weduwe van Laurens van Roosmalen.108,109) Op 22 juni 1808 stelt Petrus Verouden te 's-Hertogenbosch, zich borg voor Margaretha Maria Rippens, gesepareerde huisvrouw van wijlen Mr. Quintinus van de Ven, geboren te Namur. Op dezelfde dag wordt de inventaris gemaakt van de goederen van Margaretha Maria Rippens, weduwe van Quintinus van de Ven. Margaretha en Quintinus waren reeds gescheiden van tafel en bed. De inventaris was nodig voor haar kind Gerardus van de Ven, in verband met haar voorgenomen huwelijk met Emanuel Jacobus van Weerdt.110) Tussen Jan Jongmans, Mr. hoedemaker, en Anna Maria Jansen ontstaan regelmatig ruzies, die voornamelijk uitgaan van de man. Deze ruzies worden door vrienden uit de wereld geholpen, maar op 21 oktober 1808 wordt besloten dat, wanneer de ruzies, ontstaan door dronkenschap of anderszins, niet ophouden, er een scheiding van tafel en bed zal volgen.111) Op 5 oktober 1809 besluiten Hendrikus van Craanenburgh en Hendrika van der Steen tot een vrijwillige scheiding, omdat er al lang wrijvingen bestaan. Het echtpaar woont te 's-Hertogenbosch en Hendrikus staat de helft van zijn pensioen af aan zijn vrouw en zijn minderjarig kind.112) Deze echtscheiding is kennelijk niet doorgezet: het echtpaar is naar Oisterwijk vertrokken, waar nog 8 kinderen geboren zijn!113) | 157 |
Noten | |
1. | Dekkers, Christa: Echtscheiding en Scheiding van tafel en bed in het 18e eeuwse ''s-Hertogenbosch (Doctoraalscriptie Economische-sociale geschiedenis, KEU. Nijmegen, 1984). |
2. | Sponsalia de futuro = verloving. |
3. | Egtreglement over de Generaliteijt (Groot Placcaetboek II, kolom 2429). |
4. | G.T.O.B. 3 (1988), pag. 61. |
5. | Het civiel-rechterlijke deel en het criminele deel van het schepenprotocol van 's-Hertogenbosch zijn nogal verweven. De scriptie van 1984 bevat slechts een vijftigtal echtscheidingen; het aantal vonnissen van echtscheiding is slechts een deel van dit vijftigtal. |
6. | Oud-Notarieel Archief (ONA) 2678 f 61. |
7. | ONA 2672. |
8. | Notaris Ketgen, een Bossche notaris, die naar Antwerpen uitgeweken is, doch zijn akten uit 's-Hertogenbosch meegenomen heeft. Zijn gehele oeuvre omvat 6 banden, waarvan er drie gekopieerd in het Stadsarchief van 's-Hertogenbosch aanwezig zijn. De geciteerde akte komt voor in deel: ONA 2258 tweede stuk f 222v, G.A. Antwerpen. |
9. | Spellemaker = speldenmaker. |
10. | ONA 2721. |
11. | ONA 2744 f 140. |
12. | ONA 2744 f 147 & f 213. |
13. | ONA 2744 f 490. |
14. | ONA 2835 f 294. |
15. | ONA 2837 f 363. |
16. | ONA 2829 f 422v. |
17. | ONA 2868 f 320. |
18. | ONA 2869 f 96. |
19. | ONA 2869 f 115. |
20. | ONA 2869 f 154. |
21. | Robbert van Walcheren en Mechelina van Arnhem gaan op 24 januari 1693 voor de Ned. Geref. predikant te 's-Hertogenbosch in ondertrouw (DTB 165 f 9). |
22. | ONA 2866 f 466. |
23. | ONA 2869 f 227. |
24. | ONA 2869 f 469. |
25. | ONA 2917 acte 49. |
26. | ONA 2874 f 259. |
27. | ONA 2930 f 24. |
28. | ONA 2963 f 287. |
29. | Op 23 september 1706 gaat Willem van Steijn, wachtmeester onder Jan Carel van Eck, in garnizoen te Grave, voor de Ned. Geref. predikant in ondertrouw van Marij van Zeels, weduwe van Willem Diesvelt. |
30. | ONA 2958 f 56. |
31. | ONA 2958 f 58. |
32. | ONA 2958 f 126. |
33. | ONA 2959 f 195. |
34. | ONA 2959 f 198. |
35. | ONA 2959 f 208. |
36. | ONA 2959 f 210. |
37. | ONA 2959 f 240. |
38. | ONA 2961 f 196. |
39. | ONA 2931 f 110. |
40. | ONA 2959 f 101. |
41. | ONA 2903 f 23. |
42. | ONA 2958 f 230. |
43. | ONA 2961 f 17; Raad van Brabant, Civiele Processen III f 367, nr. 3089 (Rijksarchief Noord-Brabant, Inventarisreeks 29). |
44. | ONA 2919 f 48. |
45. | ONA 2919 f 131. |
46. | ONA 2991 f 97. |
47. | ONA 2991 f 99. Raad van Brabant, Civiele processen III f 396, nr. 3332 (Rijksarchief in Noord-Brabant, Inventaris-reeks 29). |
48. | ONA 2871 f 373. |
49. | ONA 2940 f 421. |
50. | ONA 2904 f 28. |
51. | ONA 2904 f 125. |
52. | ONA 2973 f 371. |
53. | Thomas Gerbrandt is op 21 juni 1711 in ondertrouw gegaan te 's-Hertogenbosch met Sara Theunisse. |
54. | ONA 3083 f 167. |
55. | Jacobus Beukers is op 27 mei 1731 te 's-Hertogenbosch getrouwd met Catharina Poirters. |
56. | ONA 3075 f 222. |
57. | ONA 3075 f 226. |
58. | ONA 3078 f 144. |
59. | ONA 3079 f 187E |
60. | Christiaan Paulus van Beresteijn gaat te 's-Hertogenbosch op 21 februari 1729 in ondertrouw met Elisabeth Wilhelmina van Midlum; op 31 maart 1743 hertrouwt hij als weduwnaar met Clara Bruis. |
61. | ONA 3078 f 383. |
62. | ONA 3079 f 30. |
63. | Gerard Piper en Johanna Beens gaan op 24 juli 1741 in ondertrouw te 's-Hertogenbosch; Johanna woont te Utrecht. |
64. | ONA 3089 f 384. |
65. | Valentijn Kien, geboren te Geertruijdenberg, trouwt op 13 januari 1743 te 's-Hertogenbosch met Deliana Hannincx. |
66. | ONA 3081 f 173. |
67. | ONA 3322 f 214. |
68. | ONA 3367 f 233. |
69. | Bernardus Craeijvelt, te Middelburg, gaat te 's-Hertogenbosch in ondertrouw op 16 december 1746 met Juliana Elisabeth Kerckhoven. |
70. | ONA 3367 f 293. |
71. | Mr. Gijsbert de Jong is secretaris van Schijndel wanneer hij op 29 september 1742 in ondertrouw gaat te 's-Hertogenbosch met Anna Christina Hoogerwerff, geboren te Geertruijdenberg. |
72. | R 1761 le stuk f 240; R 1761 le stuk f 247v. |
73. | Cornelis Martini en Sara Anthonia Vos gaan op 8 juli 1765 te 's-Hertogenbosch in ondertrouw met attestatie van Nijmegen. |
74. | ONA 3368 f 130. |
75. | Te 's-Hertogenbosch trouwen op 7 mei 1769 Jacob Cphof, weduwnaar van Hendrika Simons, geboren te Maastricht, met Elisabeth van Sas. |
76. | ONA 3314 f 163. |
77. | Carel Weitli, geboren in het canton Zürich, gewezen soldaat in het regiment Escher, trouwt te 's-Hertogenbosch op 5 november 1775 met Susanna Spleuger, weduwe van Johan Rijthard, geboren in het canton Zürich. |
78. | ONA 3283 f 276. |
79. | ONA 3284 f 21. |
80. | ONA 3286 f 43. |
81. | Perswijl is geboortig van Fribourg, Zwitserland. Hij verwerft het poorterschap van 's-Hertogenbosch in 1765. |
. | |
82. | ONA 3374 f 187. |
83. | Cornelis van Schulpheuvel, geboren te Wou, gaat op 30 oktober 1768 te 's-Hertogenbosch in ondertrouw met Johanna van Pinxteren, geboren te Berlicum, doch wonende te Boxtel. |
84. | ONA 3435 f 166. |
85. | Frederick de Goeij, geboren te Leiden, trouwt op 25 november 1782 te 's-Hertogenbosch met Johanna Maria Marsman, geboren te 's-Hertogenbosch. |
86. | ONA 3392 f 535. |
87. | Gijsbertus Karmans, geboren te Aarle-Rixtel, gaat op 13 juli 1776 te 's-Hertogenbosch in ondertrouw met Wilhelmina Allegonda Sloots, geboren te Zaltbommel. |
88. | ONA 3462 f 17. |
89. | Jan Pieters trouwt op 10 december 1780 met Allegonda Tielen, enige dochter van Jan Pieter Tielen bij Henrica van Boxtel. |
90. | ONA 3515 f 123. |
91. | ONA 3464 f 13. |
92. | ONA 3518. |
93. | Gerardus Beijen en Magdalena van Kroon, beiden afkomstig van Nijmegen, trouwen te 's-Hertogenbosch op 26 december 1784. |
94. | ONA 3520. |
95. | Petrus Goswinus van der Steen en Anna Catharina Lucas van Dalen trouwen te 's-Hertogenbosch op 22 februari 1789. |
96. | ONA 3468 f 421. |
97. | Dominicus Conradi gaat te 's-Hertogenbosch op 27 oktober 1786 in ondertrouw met Anna Maria Pieck, geboren te Tilburg, die al enige jaren te 's-Hertogenbosch woont. |
98. | ONA 3471 f 87E |
99. | Dit paar is op 8 mei 1785 te 's-Hertogenbosch getrouwd. |
100. | ONA 3758. |
101. | Dit echtpaar trouwt 's-Hertogenbosch 2 september 1798; Elisabeth is begraven op 12 april 1798 in de St-Jan. e man van Catharina Calval, die in de trouwakte wordt vermeld als Calvers, is op 16 november 1789 te Utrecht in de Buurkerk begraven; de bruid is geboortig van 's-Gravelduin Capelle. |
102. | ONA 3627 f 39E |
103. | ONA 3524. |
104. | Zie ook: Nederlandsche Leeuw. |
105. | ONA 3759E |
106. | ONA 3317 f 1. |
107. | Dit paar is op 16 juli 1801 te 's-Hertogenbosch in ondertrouw gegaan. |
108. | Christianus en Maria zijn op 8 december 1805 getrouwd te 's-Hertogenbosch. Christiaan Liesens is geboren te Overregen bij Tongeren, doch woont te St-Michielsgestel; Maria Dumoulin is geboren te 's-Gravenhage; haar man is begraven op het St-Janskerkhof op 22 februari 1805. |
109. | ONA 3472 f 319. |
110. | ONA 3763. |
111. | N 3842 akte 16. |
112. | ONA 3843 akte 66. |
113. | Mensen van Vroeger, 1 (1973), pag. 58. |